Een verhaaltje met terugwerkende kracht, start okt'16.
In oktober 2016 kocht ik mijn rode Seicento voor 600,- met 87000km op de teller, interieur is schoon en netjes en nog heel.
De carrosserie ook nog glimmend en roestvrij van boven. En het motortje klinkt nog erg fris. En een half jaar apk.

Zeshonderd euro, heel goedkoop dus, dit was ook de bedoeling. Met achterliggende gedachte dat een andere auto van bijv. 2500,- euro, de zelfde leeftijd en ook een ton op de teller net zo slecht zou kunnen zijn alleen ben je dan al meteen 2000,- armer. En de kleinste Fiatjes blijven natuurlijk altijd leuk.
Met opzet had ik de uitvoering zonder opties gekozen, dit zou alleen maar extra storingen kunnen geven op deze leeftijd.
Ik ben zelf de monteur en kwam er achter dat de onderdelen voor deze auto erg goedkoop zijn, samen met 17,- euro wegenbelasting en 16,- euro verzekering per maand maakt dat hem goedkoper als een brommer.
Het autootje opgehaald bij de handelaar en op weg naar huis rijdend voelde ik al meteen twee waardeloze voorste schokbrekers wat een erg gevaarlijk gedrag vertoonde vooral in bochten met een hobbel. Dus thuisgekomen direct shoppen en twee veerpoten met schokbrekers besteld voor de voorzijde, twee achterschokbrekers meteen ook maar, en vier veren rondom die 3cm lager zijn en wat stugger, hopende op een wat beter bochtengedrag.
Tijdens een proefrit een week eerder in een blauwe Seicento vond ik die erg overhellen in de bocht, vandaar.
Een week later het hele spul er onder gesleuteld en inderdaad, een heerlijk rijdende Seicento.
Wordt vervolgd.
Gr. Wim.